Net zoals bij pasta kun je bij gnocchi (spreek uit als: ‘njokkie’) kant-en-klare kopen of ervoor kiezen om het zelf te maken. Als je de tijd hebt (of er voor neemt) raad ik je aan om echt een keer de aardappelgnocchi zelf te maken. De gnocchi uit de winkel zijn prima, maar zelfgemaakte vallen toch in een hele andere categorie.
Zelf gnocchi maken
Laten we heel eerlijk zijn: wij kopen vaker onze gnocchi dan dat we ze zelf maken. Dit omdat we het vaak eten als we weinig tijd hebben om te koken. Maar als je echt indruk wilt maken, dan maak je een flinke portie aardappelgnocchi. Zelf doen wij dit wel eens als we een diner geven voor familie en/of vrienden. Veel mensen kennen de smaak van zelfgemaakte gnocchi (helaas) niet en zijn altijd verbaasd hoe smaakvol en romig ze kunnen zijn. Zelfs vrienden die zeggen dat ze niet van gnocchi houden vinden de eigengemaakte gnocchi di patate lekker is onze ervaring!
Even bakken
Hoewel het wel even een klusje is om aardappelgnocchi te maken kun je makkelijk een grotere hoeveelheid maken. Dan valt de tijd die je er aan besteedt natuurlijk weer reuze mee. Met deze aardappelgnocchi heb je ook de basis voor een fantastisch voorgerechtje bij diners. Ze zijn namelijk goed voor te bereiden en ze hoeven maar een paar minuten te koken. Lekker is wel om ze na het koken even aan te bakken in wat roomboter. Zo krijgen ze een onweerstaanbaar klein bruin korstje.
Makkelijk invriezen
Als je meer aardappelgnocchi maakt dan je in een keer kunt eten (wat zeker aan te raden is), dan kun je ze makkelijk invriezen. Om ervoor te zorgen dat ze bij het invriezen niet aan elkaar plakken kun je de gnocchi het beste op een bord met huishoudfolie leggen en een half uur in de vriezer leggen zodat ze licht bevriezen. Daarna kun je ze in een bak of zak doen.
Leuk om gnocchi te maken met kinderen
Zelf pasta maken is een leuke activiteit om samen met kinderen te doen. Zo zien ze dat je ook zelf pasta kunt maken en helemaal van begin tot eind. Aardappelgnocchi zijn bovendien nog net wat simpeler om te maken dan andere soorten meelpasta’s. Met name het rollen, in stukken snijden en vormen van de pasta is heel leuk om te doen, juist ook voor kleine kinderen. Veel kan er eigenlijk niet fout gaan en eigenlijk lijkt het gewoon op kleien. 🙂
Zelf gebruiken we een handig ‘gnocchiplankje‘ met ribbels waarmee je hele mooie exemplaren kunt maken. Je kunt de aardappels stampen met een klassieke pureestamper, maar eigenlijk wordt de puree daarmee niet fijn genoeg. Gebruik liever een pureeknijper voor het beste resultaat.
Hoe eet jij je aardappelgnocchi?
Als je de gnocchi hebt gemaakt ga je ze natuurlijk niet kaal eten. Je kunt ze met allerlei soorten saus eten. Zelf hou ik bijvoorbeeld van gnocchi met kaassaus, gnocchi met truffelsaus en gnocchi met salie en boter. Wat ook heel erg lekker is om de gnocchi met zelfgemaakte groene pesto te eten!
Foto: Image by Freepik
Aardappel gnocchi (gnocchi di patate)
Equipment
- Gnocchi plankje (optioneel)
Ingrediënten
- 500 gram aardappels
- 150 gram bloem
- half ei
- peper en zout
Instructies
- Kook de aardappels gaar in zout water en giet af. Knijp de aardappels fijn met pureeknijper of stamp de aardappels fijn met de stamper. Zorg dat je geen klonten meer hebt.
- Meng de bloem, het ei en wat zout door de aardappels en kneed tot je een ietwat elastisch deeg hebt. Als het te plakkerig is dan voeg je nog wat bloem toe.
- Bestuif je werkblad met wat bloem. Pak een stuk deeg en rol deze uit tot een rol van ongeveer een centimeter dik. Snij vervolgens de rol in stukjes van ongeveer drie centimeter. Rol de gnocchi met de achterkant van een vork zodat er een klein ribbeltje in komt. en ze mooi rond worden. Ga zo door totdat je alle gnocchi hebt gemaakt.
- De gnocchi zijn nu klaar voor gebruik!
Zelf gnocchi maken
Wanneer gat de room erin?
Hoi Peter, dat is een goeie vraag. Er gaat namelijk geen room door de gnocchi zelf. Ik denk dat ik een foutje heb gemaakt bij het maken van de receptkaart. Meteen even aangepast in het recept. De room kun je wel gebruiken voor een lekkere roomsaus bij de zelfgemaakte gnocchi 🙂
groet,
Arnoud