Iedereen die wel eens op vakantie is geweest in het zuiden van Italië kent ze waarschijnlijk wel: de taralli. Deze koekjes komen van oorsprong uit de regio Puglia en zijn kleine knapperige koekjes in de vorm vaneen ring. Je knabbelt de hartige variant bij je aperitivo en de zoete taralli bij een kopje koffie of zelfs een glas wijn. Je kunt ze tegenwoordig trouwen in heel Italië kopen en ook in Nederland zie ik ze soms. Maar wat is er leuker om ze zelf te maken?!
Hartige taralli in vele varianten
De eerste keer dat we taralli aten waren we in Puglia in Zuid-Italië en daar stond een flesje wijn en een zakje taralli klaar als welkom in ons appartementje. Dit bleken hartige met venkelzaad te zijn. Je hebt echter allerlei varianten, zoals met anijs, knoflook, sessam- of maandzaadjes, maar ook in de classic variant.
Taralli maken
Eigenlijk is het maken van deze hartige koekjes hartstikke simpel en heel leuk om te doen. Bijzonder is namelijk dat je de deegringetjes die je maakt eerst kort pocheert in kokend water voordat je in de oven afbakt. Hiermee lijkt het een beetje op het maken van bagels. Die kook je ook eerst voordat ze de oven in gaan. Eens andere dikke plus van deze koekjes is dat je ze met witte wijn maakt voor een mooie volle smaak!
Voor dit recept maken de variant die wij voor het eerst aten: met venkelzaadjes.
Suggesties
Als je taralli wilt maken voor bij de borrel hebben we nog wat leuke suggesties voor een typische Italiaanse aperitivo. Denk bijvoorbeeld aan je zelfgemaakte borrelplank, gefrituurde salieblaadjes of pompoen frittata.
Taralli uit Puglia
Equipment
- Bakplaat
- Bakpapier
- Schone theedoek
Ingrediënten
- 550 gram bloem
- 120 ml olijfolie (extra vergine)
- 200 ml witte wijn
- 10 gram zout
- 1 eetlepel venkelzaadjes Of andere kruiden die je lekker vindt
Instructies
- Meng de bloem met de olijfolie en het zout in een kom tot een kruimelig deeg. Voeg vervolgens de wijn toe en kneed tot een mooie soepele bal.
- Voeg nu de venkelzaadjes toe en kneeds totdat deze goed zijn verdeeld door het deeg.
- Kook intussen water in een ruime pan en verwarm de oven alvast voor op 180 graden.
- Rol het deeg uit in strengen van ongeveer 1 centimeter dik en snij stukken van ongeveer 6-7 centimeter lang. Maak een ring van ieder stuk door de uiteinden goed in elkaar te drukken en een gat in het midden open te houden.
- Pocheer de deegringen in het kokende water in etappes. Zelf doe ik het tegelijkertijd met het vormen van de taralli. Als de taralli boven komen drijven zijn ze klaar om uit het water te halen. Laat ze dan uitlekken op een schone theedoek.
- Als je alle taralli hebt gepocheerd en hebt laten uitlekken kun je ze op een bakplaat met bakpapier leggen. Bak de taralli in ongeveer 40 minuten knapperig en goudbruin. Buon appetito!